Welkom bij de nieuwe reeks aan minitours van Explore Utrecht! Ook dit jaar nemen wij jullie met foto en woord, mee op ontdekkingstocht door ons stadsie. Dit voorjaar kun je ook weer meelopen met de minitours van #exploreutrecht? Volg de Facebook en Instagram voor meer informatie betreffende startlocaties en thema’s van de tours.
De Zeven Steegjes
‘<…> de Sterrenwijk, het Houtplein en de Lange Rozendaal, Utereg het mooist van allemaal!’
(Herman Berkien – Utereg m’n stadsie)
De Lange Rozendaal komt niet voor niets voor in Utrechts bekendste ode aan de stad. De Lange Rozendaal is niet alleen één van de kenmerkendste straten van de stad, maar staat ook synoniem voor de buurt waarin zij ligt: de Zeven Steegjes. Dat ik persoonlijk een prachtig voorbeeld vind van negentiende-eeuwse woningbouw, aan de vooravond van de Industriële Revolutie.
Katholieken en Socialisten
De Zeven Steegjes zijn een 11-tal gangen, stegen en straatjes in het zuidoosten van de binnenstad, gebouwd in 1842 en 1860 door het Rooms-Katholiek Parochiaal Armenbestuur. Zij kreeg in 1761 het stuk land achter de eeuwenoude bierbrouwerij De Boog in bezit en besloot er eenvoudige arbeidershuisjes te bouwen. De Kockstraat, Brouwersstraat, Boogstraat en Moutstraat vormen hier de kern van. In 1859 bouwden de socialistische Maatschappij tot Verbetering der Woningen voor Arbeidenden de huisjes rond de Korte Rozendaal. Er was dan ook sprake van een katholiek en socialistisch bestuurd deel.
Voorsprong
De huisjes waren bedoeld voor grote rooms-katholieke gezinnen, zij waren afhankelijk van liefdadigheid of de man des huizes werkte als fabrieksarbeider of als sjouwer aan de Oudegracht. De huisjes waren hun tijd ver vooruit; goedkoop, maar gebouwd van baksteen en met een verdieping en een vliering erop.
In de negentiende eeuw veranderende de visie op de volkshuisvesting. De bevolkingsgroei in de steden en de aanhoudende angst voor besmettelijke ziektes, zoals cholera, zorgde ervoor dat de overheid een ander bouwbeleid ging voeren. Straten moesten in het vervolg van twee kanten toegankelijk en breed zijn. Huizen moesten groter, steviger en droger zijn. Er moesten aparte keukens, toiletten, woon- en slaapruimtes komen. Er werd zelfs al gesproken over waterleiding en riolering. De Zeven Steegjes werden zo goed als kwaad als het ging aan deze maatstaven aangepast; de petroleumstellen werden vervangen door gasfornuizen en de gezamenlijke toiletten aan het begin van de straat werden vervangen door toiletten in de huisjes. Weliswaar bleef er een achterstand bestaan.
Strijden voor voortbestaan
Toen de woningen in 1952 in bezit kwamen van de gemeente en in de jaren ‘70 werden ze beperkt gerenoveerd. Sindsdien heeft de gemeente regelmatig het plan geopperd om het buurtje te slopen, maar de buurtbewoners hebben daartegen gestreden. Ze hebben zelfs een commissie in het leven geroepen, die contact houdt met de gemeente. In de jaren negentig is de buurt onder hun samenwerking gerestaureerd. Toen kregen ze eindelijk een douche in huis en een inbouwkeuken.
Behoud van karakter
Gelukkig kon dit niet afdoen aan de culturele eigenheid van de steegjes; de mensen zitten nog steeds bij goed weer op banken voor de deur te kaarten, te drinken en gezellig te praten. Elk jaar is er op 29, 30 en 31 augustus een buurtfeest met een optocht en een spelletjescircuit voor de kinderen. Ik vind dat ze er goed aan gedaan hebben om het karakter van de Zeven Steegjes zoveel mogelijk te behouden. Er komen weliswaar mondjesmaat mensen van buiten de stad of wijk wonen, maar toch blijft het één van de bekendste Utrechtse volksbuurten. Ben je nog niet uitgekeken, loop de Oudegracht of Pelmolenweg nog eens op. Er is nog zoveel te ontdekken!