Explore UtrechtOnze stad, Jouw avontuur

Ontdek de stadswandeling godscameren in Utrecht. De godskameren zijn gesticht door door katholieken en protestanten voor de arme mensen in de stad. Deze kleine groepswoningen zijn prachtig om te zien. We nemen je mee om deze godskameren te ontdekken.

Stadswandeling godscameren in Utrecht

Het woord ‘godscameren’ (kameren) nijgt naar Johannes 14:2-3 (‘In het huis van mijn vader zijn vele kamers, <> als ik <Christus (red.)> een plaats voor jullie gereed gemaakt heb, kom ik terug’). Zouden diegene die opdracht gaven tot de bouw van deze kameren hun plek in de hemel willen veiligstellen? Gaat er al een lichtje branden of heb je geen idee waar ik het over heb? Dan wordt het tijd om terug te gaan naar het Utrecht van de 14e – 17e eeuw.

Om Godswil

De Bruntskameren zijn een prachtig voorbeeld van Godskameren (zie voor meer details de minitour Bruntskameren). Godskamer(en) (‘kamer(en)’) is een vrijwoning of groep van woningen ‘om Godswil’ gesticht, door katholieken en protestanten tussen 1375 en pakweg 1900, om kosteloze bewoning voor arme mensen (bejaarden of gezinnen) mogelijk te maken. Deze woningen bestonden vaak uit één kamer en een zolder. Behalve gratis bewoning kregen de bewoners ook vaak ‘preuves’ uitgedeeld, dit waren giften in de vorm van voedsel, brandstof en geld.

Afbraak godscameren in Utrecht

Om de hoek van de Bruntskameren liggen de kameren van Jan van Kampen. Jan van Kampen was een geestelijke die woonden aan de Schalkwijkstraat. Op het ruime erf van zijn huis liet hij 12 kameren bouwen en liet die bij testament na aan de Regenten van het gasthuis Leeuwenberch (aan de overkant van de straat). Toen de Nieuwe Kamp in 1645 werd aangelegd werden twee van de huisjes afgebroken. In 1880 werden er nog eens vier kameren afgebroken, omdat ze te bouwvallig waren. Tussen 1800 en nu wisselde de kameren nog twee keer van eigenaar, maar tegenwoordig zijn ze in bezit van de gemeente Utrecht en worden ze bewoond en beheerd door kunstenaars.

Een echte man en vrouw

Aan de zuidkant van de stad liggen de kameren van Maria van Pallaes. Zij eiste in een fundatiebrief uit 1662 dat in ieder huisje ‘een echte man of vrouw, ofte twee mannen ofte twee vrouwen’ zullen moeten wonen. Als één van het echtpaar kwam te overlijden moest de overblijvende partner met een ander van hetzelfde geslacht gaan samenwonen. Als er werd hertrouwd verviel het recht om te wonen. Waarom Maria deze huisjes liet bouwen, staat vermeld boven de deur van het hoofdgebouw: ze stelt een plaatsje in de hemel boven alles.

Gemêleerd gezelschap

De stadswandeling godscameren Utrecht brengt je ook langs de Beijerskameren, gesticht door Adriaen Beijer. Persoonlijk vind ik dit één van de mooiste plekken van de stad, in de schaduw van de Dom en naast het Agnietenklooster. Deze huisjes zijn nog steeds vrijhuizen; de bewoners zijn veelal ouderen, betalen nog steeds geen huur en zijn een gemêleerd gezelschap van katholieken en protestanten. Deze huisjes hebben een behoorlijke verbouwing doorgemaakt, waarvan de togen (stenen bogen in de muur) boven de ramen getuigen van zijn; zoals je ziet waren de ramen eerst 25 centimeter smaller, maar zijn ze in 1700 ‘gemoderniseerd’.

Nieuwbouw en hergebruik godscameren

Tegenover de Kameren van Maria Pallaes lagen oorspronkelijk de Gronsveltkameren, gebouwd van de erfenis van mr. Johan van Gronsvelt in 1642. Maar na 100 jaar werden de huisjes verkocht aan de Regenten van het naastgelegen Ambachtskinderhuis op voorwaarde dat dit College zes nieuwe kameren zou bouwen op het St. Nicolaaskerkhof (de tegenwoordige Nicolaasdwarsstraat). Hergebruik is van alle tijden, onder anderen de gevelsteen doet hier nog aan herinneren. In 1982 heeft de gemeente Utrecht de huisjes gerestaureerd en een aanbouwtje aan de achterzijde toegevoegd. De dakkappelen aan de voorzijde zijn ook een moderne toevoeging die de geschiedenis van de huizen minder duidelijk maakt.

Resten en restanten

Op Springweg 110 tot 130 bis (even) staan de Mieropskameren, die in 1583 deels op de restanten van oudere bebouwing zijn neergezet. Dit verklaart de variërende breedte van de huisjes en de ‘rommelige’ opbouw van de voorgevel met hergebruikte stenen. Vanaf 1968 zijn de huisjes in eigendom van het Utrechts Monumentenfonds, zij liet in 1979-1981 een restauratieplan opmaken, waarvan de zoveel mogelijk zichtbaar gelaten bouwsporen een opvallend onderdeel zijn. Ben je nog niet uitgekeken, loop de Springweg of Brandstaat nog eens in. Er is nog zoveel te ontdekken!

Zin om meer te ontdekken na de stadswandeling godscameren in Utrecht? Deze wandelingen door de stad zijn zeker ook de moeite waard.